Een fietslicht dat aangedreven wordt door middel van een dynamo begint stilaan tot de geschiedenis te behoren. De meeste fietsen hebben oplaadbare fietslichten met Led lampjes. Heb je nog ergens een oude fiets staan met een dynamo die niet meer werkt dan kun je met behulp van dit artikel de storingen opzoeken.

Een dynamo moet de juiste stand hebben ten opzichte van de band voor een goede en regelmatige werking. Indien de dynamo goed gemonteerd is maar toch niet naar behoren functioneert, controleer dan de gloeilampjes met een batterijtje.

Functioneren deze goed, controleer dan de dynamo en de verlichtingskabels zo nu en dan en maak eventueel de contactpunten van de lampjes schoon.

fietslicht

Storingen in de verlichting

  • Materiaal: lampjes en draad voor zover nodig
  • Gereedschap: sleutel voor de dynamobevestigingsbout, kleine schroevedraaier, testlampje dat is vervaardigd met behulp van een fitting, een 6V lampje, 2 stukjes scheldraad en 2 krokodillebekjes, liniaal, reistukje, fijn schuurlinnen, batterij

fietsdynamo

  1. Draai met een sleutel de klembouten en de massaschroef van de dynamohaak los, zodat het mogelijk wordt om de dynamo om het frame op en neer te bewegen.
  2. Als de dynamo in de ruststand staat, moet er tussen de band en het aandrijfwieltje van de dynamo een ruimte zijn van 16mm. Controleer deze afstand.
  3. Als we de lengteas van de dynamo denkbeeldig verlengen, moet deze lijn door het hart van de naafas lopen. Corrigeer dit zonodig met de dynamo bevestigingsbout.
  4. Bevestig de dynamo zo op het frame van de fiets dat het midden van het aandrijfwieltje de band raakt, net iets boven het midden van het zijvlak van de band.
  5. Draai de klembout van de lamphaak aan alsmede de eventueel gemonteerde massaschroef. Wanneer de verlichting nog niet werkt, maak dan de aansluitdraden van de dynamo los.
  6. Verbind een draad van het testlampje met de lamphaak en de andere draad met de aansluiting van de dynamo. De testlamp moet gaan branden wanneer het wiel wordt rondgedraaid.
  7. Controleer de draden en maak de bevestigingspunten van het voor- en achterlicht schoon. Monteer de draden vervolgens weer aan het aansluitcontact van de dynamo.
  8. Verbind een draad van de testlamp met de dynamo en de andere draad met de massa. Wanneer het wiel wordt rondgedraaid moet de testlamp gaan branden.
  9. Controleer de aansluitcontacten van de gloeilampjes. Maak ze zonodig schoon met schuurlinnen. De massaverbinding kan namelijk door roest en lak geïsoleerd zijn.

 

en_GB